'Armoede, het is van alle tijden'
Als verschijnsel is armoede natuurlijk van alle tijden. Mijn moeder vertelde me eens over haar opa, die kleermaker was in Schiedam. Een goedlopend bedrijfje, tot de crisisjaren aanbraken en mensen minder nieuwe kleding kochten. Van het verstelwerk kon hij niet leven.
Hij raakte afhankelijk van hulp van de kerk, zo werd armoede toen opgevangen. Maar het lijkt ook wel weer een beetje op wat we nu doen. Want er kwam iemand van de kerk thuis kijken of daar geen spullen waren die ze er niet vonden passen als je steun van de kerk kreeg. Mijn moeders oma had een bos bloemen in huis, en daar kreeg ze een opmerking over, want 'dat deed je toch niet als je arm was'. Maar ze had die bloemen gekrégen!
Zo calvinistisch is Nederland nog steeds, we willen precies weten wat iemand nog heeft want je zou toch eens iets teveel krijgen! Het speelde zich toen niet zo in het openbaar af zoals nu. Nu is het ons door bijvoorbeeld documentaires over armoede veel duidelijker dat er iets moet gebeuren.
Marco Florijn: Het is niet zo geheimzinnig meer als bij je moeders opa inderdaad. De NVVK is ook in die periode opgericht, we bestaan 90 jaar. Er werden toen onderhands leningen verstrekt met rentes van wel 400 procent. Onze oorsprong ligt in het verlenen van sociale kredieten voor mensen zoals de opa van je moeder!
Annette Veenstra: Interessant. Het is dus ook van alle tijden dat we oplossingen proberen te verzinnen voor groepen die het moeilijk hebben.
Marco Florijn: Hoe liep het af met de opa van je moeder?
Annette Veenstra: Bij hem thuis is het nooit een vetpot geworden. Zijn dochter, mijn oma dus, trouwde met een huisschilder. Zij zijn uiteindelijk wel uit de armoede gekomen. Maar de generatie daarvoor heeft het heel zwaar gehad.
Marco Florijn: Als de opa van je moeder nu had geleefd had hij waarschijnlijk passende hulp gekregen en was zijn bedrijf er wel weer bovenop gekomen. Het is dan toch wel mooi wat we nu allemaal hebben.
Annette Veenstra: Zeker. Het was toen wel kleinschaliger. Je had te maken met de kerk op de hoek van de straat. Nu zijn er grote uitvoeringsorganisaties, toeslagen, uitkeringen. Een andere wereld. We hebben natuurlijk ook veel meer mensen te bedienen. Tegelijk is het onze opgave als grote publieke dienstverlener om dichtbij de mensen te blijven en invulling te geven aan dienstverlening met oog voor de persoonlijke situatie van het individu. Daar hebben we de afgelopen jaren al grote stappen in gezet!
Marco Florijn: Wat zijn volgens jou grote opgaven voor onze hulpverleners? Wat zouden onze prioriteiten moeten zijn?
Annette Veenstra: Het begint bij bestaanszekerheid, daar werkt het kabinet ook aan. Het niet-gebruik van regelingen moet teruggedrongen worden, hulpverleners moeten daar alert op zijn. Ik kom helaas nog regelmatig professionals tegen die toch niet helemaal precies weten welke mogelijkheden er allemaal zijn. Dat vraagt om deskundigheidsbevordering, naast goede ondersteuning met systemen. En daarnaast mag het uiteraard ook eenvoudiger: mensen die heel hard nodig hebben, krijgen nu met veel complexiteit te maken.
Er zal nog veel op jullie leden afkomen, zoveel dat er misschien capaciteitsproblemen ontstaan. Het zou goed zijn om na te gaan of meer mensen geholpen kunnen worden buiten het zware traject van schuldsanering om. We moeten laagdrempeligere financiële hulp aanbieden, zoals je ook altijd eerst naar de huisarts gaat voordat je een specialist bezoekt. Een 'huisartsenpost' voor financiële vraagstukken, dat zou goed zijn. Laagdrempelig, waar zwaardere hulp alleen wordt ingeschakeld als het nodig is.
'Onze opdracht is: meer als één overheid optreden'
Financiële hulpverleners moeten nu bij wijze van spreken nog langs 20 verschillende organisaties om een scherp beeld te krijgen van de situatie van hulpvragers en om afspraken te maken. Dat kost veel tijd. Als grote publieke dienstverleners willen we die complexiteit proberen weg te nemen. Voor hulpverleners en hulpvragers. Met het programma Clustering Rijksincasso werken we daaraan, onder andere door een Vorderingenoverzicht Rijk te ontwikkelen, waarmee de hulpvrager een volledig overzicht kan krijgen van openstaande vorderingen bij (in eerste instantie) de overheid. Daarin zoeken we onder andere ook de samenwerking met gemeenten in hun rol van schuldeiser.
Marco Florijn: Daar werken we graag aan mee. Het Schuldenknooppunt kan daar ook een grote rol in vervullen, en de afspraken die we als NVVK maken met schuldeisers. Dank voor dit gesprek!